Vijverlaan
De Creutzbergschool
SCHOOLGEBOUW met HEKWERKEN en MUURTJE,
gebouwd in 1924 in opdracht van de gemeente Arnhem door H.B.
van Broekhuizen van het bureau Gemeentewerken in de stijl van
de Amsterdamse School. Het gevelbeeldhouwwerk is van de hand
van Gijs Jacobs van den Hof. De school maakt deel uit van een
lange reeks scholen van hoogwaardige architectonische
kwaliteit, alle gebouwd door de Dienst Gemeentewerken van
Arnhem.
De school is gelegen aan een bocht in de Vijverlaan in het
park Klarenbeek tegenover het in 1910 gebouwde arbeiderswijkje
De Mussenberg. De school is gebouwd op een sterk hellend
terrein op de hoek van de Vijverlaan met de Hendrik van
Kalkarstraat. Hierdoor heeft het gebouw aan de achterzijde één
bouwlaag meer dan aan de voorzijde. De school bezit aan de
voor- en linkerzijde smalle stroken groen, die door een hoge
ligusterhaag van de straat worden afgeschermd. Aan de
rechterzijde bevindt zich de speelplaats, die t.o.v. het
straatniveau van de Vijverlaan lager is gelegen. Aan de
achterzijde wordt het terrein begrensd door de brandgang van
de later gebouwde huizen aan de Thomas à Kempislaan.
H.B. VAN BROEKHUIZEN was de definitieve opvolger van
adjunctdirecteur G. Versteeg van Gemeentewerken, die in 1914
het bureau had verlaten en toen tijdelijk was opgevolgd door
Ir. G.C. Bremer, de latere rijksbouwmeester. H.B. van
Broekhuizen was in het begin van zijn carrière een aanhanger
van de Amsterdamse school. Later werd zijn stijl zakelijker en
ging invloeden vertonen van de Nieuwe Haagse School. Dit is te
zien bij het kerkgebouw voor de Vrijzinnig Hervormde gemeente
aan de Parkstraat, gebouwd in 1926 door architectenbureau
Feenstra en Van Broekhuizen. De "Witte School" aan de
Bronbeeklaan (1929) vertoont daarentegen weer invloeden van de
Amsterdamse School en van Dudok, terwijl de Arnhemse
Buitenschool aan de Bosweg (1929) in de stijl van het
functionalisme is gebouwd.
Omschrijving:
Het SCHOOLGEBOUW bezit een uit verscheidene rechthoeken
samengestelde plattegrond. De verschillende bouwvolumes
bezitten één, twee of drie bouwlagen onder platte betonnen,
deels overstekende daken. Op het dak van de voor- en de
middenbouw bevinden zich bakstenen schoorstenen met betonnen
dekplaten.
De ingangspartij aan de zuidzijde bevindt zich in een
symmetrisch opgezet, rechthoekig bouwvolume van twee
bouwlagen. Dit bouwvolume bezit links- en rechtsachter twee
uitbouwen, waarvan de één iets hoger en de ander iets lager is
dan het voorste bouwdeel, met resp. het trappenhuis en
lerarenkamers. In de hoeken tussen het voorste bouwdeel en de
uitbouwen bevinden zich éénlaags uitbouwtjes met overstekende
betonnen daken.
Achter deze voorbouw bevindt zich de middenbouw, waarvan de
middenas ten opzichte van de ingangspartij naar links is
verschoven. De middenbouw bezit twee bouwlagen en aan de
achterzijde, vanwege het hellende terrein, een extra
kelderverdieping. Op iedere verdieping bevinden zich links
(westzijde) drie lokalen en rechts (oostzijde) een gang met de
toiletblokken, waartussen de garderobe-ruimtes liggen.
Haaks op de achtergevel van de middenbouw sluit aan de
rechterzijde de achterbouw aan met de voormalige gymzaal en de
kleedruimtes. De achterbouw heeft een eigen ingang aan de
Hendrik van Kalkarstraat.
Ingangspartij, onderbouw en plinten zijn opgetrokken in rode
baksteen en de overige opgaande geveldelen in gele baksteen,
alles gemetseld in Vlaams verband. De meeste gevels sluiten af
met een strook van gepotdekselde gesmoorde daktegels,
verticaal doorsneden met verticaal geplaatste
baksteenstrekken. De overige gevels sluiten af met rollagen.
Ook de vensters worden onder en boven deels afgesloten met
rollagen. Verder zijn de gevels voorzien van siermetselwerk,
ondermeer in de vorm van horizontale en verticale rollagen, en
zandstenen waterspuwers. De vensters zijn voorzien van zware
kozijnen en de ramen grotendeels van horizontale
roedenverdeling.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bezit één zeer brede
travee tussen iets boven de gevellijn doorlopende hoekdammen.
Op de begane grond bevindt zich de ingangspartij met een
diepe, door een betonnen latei afgesloten portiek, waarvan de
schuin naar achteren toelopende zijwanden zijn gedecoreerd met
stroken uitspringende verticaal geplaatste baksteen eindigend
in betonnen kraagsteentjes. Het muurwerk op de hoeken van de
portiek onder de latei is gedecoreerd met vier uitspringende
lagen in gele baksteen. Na de schuine wanden volgt een
rechthoekige nis waarin een dubbele houten blank gelakte deur
is geplaatst. De deur heeft een geprofileerde naald en twee
smalle 4-ruits ramen en is voorzien van ijzerbeslag. De
deuropening wordt afgesloten door een rollaag, de neuten en de
dorpel zijn van beton en de portiekvloer is beklinkerd. De
ingang van de portiek bezit aan weerszijden twee halfrond
afgesloten gemetselde elementen van ca. 50cm hoog.
Boven de portiek op de eerste verdieping bevindt zich een
breed rechthoekig venster met een kozijn met twee verticale
stijlen en een laag geplaatst kalf. In dit kozijn bevinden
zich negen ramen, waarvan de onderste drie klapramen
zijn. Het venster wordt geflankeerd door de hoekdammen,
waartegen haakse muurdammen zijn geplaatst, steunend op
gebeeldhouwde, zandstenen kraagstenen, waarvan de linker een
gestileerde mannenkop en de rechter een gestileerde vrouwenkop
voorstelt. Boven deze muurdammen bevinden zich grote
geornamenteerde smeedijzeren elementen (mogelijk muurankers of
vlaggestokhouders). De LINKER ZIJGEVEL bestaat uit vier t.o.v.
elkaar verspringende delen, van rechts naar links: de voorbouw
met de ingangspartij, het trappenhuis, de middenbouw met de
klaslokalen, de achterbouw met de gymzaal.
De zijgevel van de voorbouw bezit op de begane grond een
venster met driedelig kozijn waarin draairamen. Verder is deze
gevel blind uitgevoerd. Rechtsboven bevindt zich een
zandstenen waterspuwer. Het t.o.v. de voorbouw hogere, naar
voren springende trappenhuis is voorzien van verticale
rollagen, twee vensters met 2-ruits ramen aan de zuidzijde en
drie lange smalle vensters met tweedelige kozijnen met 2-ruits
ramen onder en 3-ruits ramen boven aan de westzijde. In de
hoek tussen voorbouw en trappenhuis bevindt zich op de begane
grond een éénlaags uitbouw met plat overstekend betonnen dak
en een hoekvenster met twee ramen aan de zuidzijde en één aan
de westzijde, voorzien van horizontale roedenverdeling. De
t.o.v. het trappenhuis iets lagere, naar voren springende
van de middenbouw is drie traveeën breed. Op de
begane grond en de eerste verdieping bevinden zich drie brede
vensters met kozijnen met twee verticale stijlen en een laag
geplaatst kalf. In dit kozijn bevinden zich negen 2-ruits
ramen, waarvan de onderste draairamen en de bovenste klapramen
zijn. In het onderste gedeelte van de gevel ter hoogte van de
kelderverdieping leidt een dubbele bakstenen trap naar twee
kelderdeuren met zijlichten. De zijlichten hebben 10-ruits
ramen, waarvoor een ijzeren rooster is bevestigd, de houten
deuren hebben 8-ruits ramen. Tussen de beide zijlichten
bevindt zich nog een groot houten kozijn met kunststof
rooster. De smalle westgevel van de middenbouw is voorzien van
een zandstenen waterspuwer. De zuid-westhoek van dit
bouwvolume is ter plekke van de afsluitende lijst daktegels
afgeschuind. Onder de afschuining bevindt zich siermetselwerk.
Ook de achtergevel van de middenbouw bezit bij de van
siermetselwerk voorzien bovenhoek een zandstenen waterspuwer.
Links hiervan bevindt zich een uitgemetselde schoorsteen met
een tweezijdig gesloten voorzijde met een smalle uitspringende
bakstenen lijst en siermetselwerk aan de bovenzijde. Aan de
onderzijde is de schoorsteen opgenomen in de westgevel van de
achterbouw. De achtergevel is links lager dan rechts (de
lokalen hebben hogere plafonds dan de gang). Links bevindt
zich een dubbele houten deur met 4-ruits ramen en horizontale
roedenverdeling, die toegang geeft tot het dak van de gymzaal.
De westgevel van de t.o.v. de middenbouw weer iets terug
gelegen achterbouw (gymzaal) bezit een ingangspartij, die
lager is dan de zaal zelf en die aansluit op de achtergevel
van de middenbouw. In deze ingangspartij bevindt zich een
dubbele deur met 5-ruits bovenlicht met twee horizontale en
twee verticale roeden. Het bovenlicht wordt aan weerszijden
geflankeerd door een breed venster met een kozijn met
middenstijl en twee ramen waarvan één 2-ruits en één
dichtgezet. De ingangspartij heeft links en rechts een iets
hogere hoekdam met siermetselwerk. De linker hoekdam is
voorzien van een geornamenteerd smeedijzeren element van
hetzelfde type als tegen de voorgevel. Boven de ingangspartij
bevinden zich in de korte gevel van de gymzaal drie vensters.
De RECHTER ZIJGEVEL van het schoolgebouw heeft dezelfde
indeling als de linker zijgevel. De zijgevel van de voorbouw
is op dezelfde manier uitgevoerd. Op de plaats waar zich links
het trappenhuis bevindt, bezit de rechterzijgevel een uitbouw
die iets lager is dan de voorbouw. Hierin bevindt zich aan de
onderzijde een kleine fietsenkelder, afgesloten door een
betonnen latei. Daarboven bevindt zich op de begane grond een
rechthoekig venster eveneens afgesloten door een betonnen
latei. Oorspronkelijk was hier een open loggia. De borstwering
bestaat uit gebakken rode tegels tussen verticaal geplaatst
rode bakstenen. Boven de voormalige loggia bevindt zich op de
eerste verdieping in de oost- en noordgevel een venster met
een kozijn met twee verticale stijlen, waarvan het bredere
5-ruits middenraam een 3-ruits middendeel met horizontale
roedenverdeling heeft en aan weerszijden wordt geflankeerd
door smalle draairamen.
De t.o.v. de voorbouw terugspringende rechter zijgevel van de
middenbouw telt negen traveeën. Drie traveeën bevatten
rechthoekige vensters met driedelige kozijnen, waarin zich
6-ruits ramen bevinden. Deze met een strook gepotdekselde
tegels afgesloten traveeën worden geflankeerd door vier
smallere licht risalerende traveeën. Deze hebben op de eerste
verdieping twee smalle vensters, gescheiden door twee
verticale stroken van uitspringend metselwerk, dat in de beide
hoekrisalieten wordt bekroond door een zandstenen waterspuwer.
Op de beide uiteinden van de middenbouw bevindt zich nog een
smalle travee met een venster van hetzelfde type als in de
risalieten. De noord-oosthoek van dit bouwvolume is ter plekke
van de afsluitende lijst daktegels afgeschuind. Onder de
afschuining bevindt zich siermetselwerk. De begane grond van
de middenbouw en van een deel van de achterbouw is aan het oog
onttrokken door een recente uitbreiding van de school, waarbij
is getracht aan te sluiten bij de stijl van het oude gebouw.
De achterbouw met de voormalige gymzaal (nu twee klaslokalen)
wordt rondom afgesloten door een lijst van gepotdekselde
tegels, die op de hoeken is afgeschuind. Onder de
afschuiningen bevindt zich siermetselwerk. De aan het
schoolplein grenzende zuidgevel van de achterbouw wordt geleed
door schuin uitlopende, in rode baksteen gemetselde
steunberen, die aan de onderzijde zijn voorzien van
uitgebouwde bloembakken. Tussen de steunberen, waarvan er door
de moderne aanbouw nog twee zichtbaar zijn, bevinden zich
deurpartijen, met zware kozijnen en dubbele deuren met 5-ruits
ramen met horizontale roedenverdeling. Een rollaag scheidt
deze deuren, waarvan er nog twee geheel en één gedeeltelijk
zichtbaar is, van de erboven gelegen vensters met breed
9-ruits middenraam en flankerende draairamen.
De korte oostgevel van de voormalige gymzaal wordt op de
begane grond gedeeltelijk aan het oog onttrokken door een
moderne aanbouw met plat dak en een stalen brandtrap. Boven de
aanbouw bevindt zich één zich vrijwel over de gehele breedte
van de gevel uitstrekkend venster met vijfdelig kozijn, dat
twee smalle draairamen bevat die worden geflankeerd door drie
9-ruits ramen met horizontale roedenverdeling. Links en rechts
boven bevindt zich een zandstenen waterspuwer. De ACHTERGEVEL
van de achterbouw bestaat uit twee delen. De vijf traveeën
brede achtergevel van de gymzaal wordt geleed door vier
bakstenen lisenen die reiken tot aan de bovendorpel van de
vensters. De gevel bezit vijf vensters met driedelige
kozijnen, een breed 9-ruits middenraam en flankerende
zijramen. Boven de twee buitenste lisenen bevinden zich twee
zandstenen waterspuwers. Rechts van deze gevel sluit de lagere
noordgevel van de ingangspartij aan de Hendrik van
Kalkarstraat aan. Hierin bevindt zich één venster met
driedelig kozijn en drie 2-ruits ramen met horizontale
roedenverdeling. Rechts boven bevindt zich een zandstenen
waterspuwer. Aan de Vijverlaan bevindt zich een HEKWERK, dat
bestaat uit twee gemetselde hekpijlers met betonnen
afdekplaten en een dubbel ijzeren draaihek. Aan de Hendrik van
Kalkarstraat staat een HEKWERK, dat bestaat uit twee
gemetselde hekpijlers met siermetselwerk, afgedekt met rode
tegels en eveneens voorzien van een dubbel ijzeren draaihek.
Het schoolplein wordt aan de zijde van de Vijverlaan
afgesloten door een bakstenen MUURTJE met trap in het midden,
die het niveauverschil tussen voortuin en schoolplein
overbrugt. Aan weerszijden van de trap is een houten bank
geplaatst tussen bakstenen afgeronde zijkanten. Het muurwerk
boven de bank is gedecoreerd met stroken rode tegels,
afgewisseld met uitspringende stroken baksteen.
Het INTERIEUR verkeert grotendeels in oorspronkelijke staat.
Bewaard gebleven zijn ondermeer de tegelvloeren in gangen, hal
en trappenhuis, bestaande uit witte, zwarte en gemêleerd
grijze tegels, gelegd in geometrische patronen. De plint
bestaat uit zwarte tegels. De opgaande binnenmuren zijn
gemetseld in geglazuurde bruine baksteen in halfsteens verband
en soms voorzien van siermetselwerk. Ter hoogte van de
bovendorpels van de deuren worden zij afgesloten met een
rollaag van zwarte geglazuurde baksteen. Het muurwerk erboven
en de van een kooflijst voorziene plafonds zijn wit
gepleisterd. In de gangen en de meeste lokalen zijn recent
systeemplafonds aangebracht. In de hal op de eerste verdieping
is desondanks het daklicht met gekleurd glas-in-lood bewaard
gebleven. Ook is in enkele ruimtes de betonconstructie van de
erboven liggende vloer of van het dak nog zichtbaar. Alle
lokalen zijn voorzien van kastenwanden met paneeldeuren en
smalle 3-ruits ramen met horizontale roedenverdeling, gevat in
één geprofileerde omlijsting met de toegangsdeur die op
dezelfde wijze is gedetailleerd. De dubbele tochtdeuren zijn
voorzien van 5-ruits ramen met horizontale roedenverdeling en
smeedijzeren beslag en handvatten.Het trappenhuis bevat een
bordestrap met twee armen, treden van graniet en een rijk
geornamenteerde leuning met gepaarde, vierkante, smeedijzeren
spijlen en een golvende strook gesmeed ijzer waarin de brede
geprofileerde houten handlijst rust. De doorgangen in de
trappenhuizen worden afgesloten door keperbogen, rustend op
gepleisterde kapiteelachtige elementen.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed