Vanaf de molen gaat u de Oogststraat in.
Al heel snel gaat u rechtsaf de Kapelstraat in. De woningen
zien er in eerste instantie nogal saai en eenvoudig uit, maar als
u wat langer lijkt ziet u dat er aan het metselwerk toch de nodige
aandacht is besteed. Het siermetselwerk boven deuren en ramen
wijst op een beinvloeding van Dudok. De woningen waren door
de solide bouw goedkoop in onderhoud. De huurprijs varieerde
in de beginjaren van ongeveer � 2.15 tot � 3.20 per week. Door de
voor die tijd redelijk hoge huren kom de CWS ze bijna niet kwijt.
Veel van de woningen hebben dan ook lange tijd met dichtgekalkte
ramen leeg gestaan. Om dit probleem op te lossen werden
medewerkers van CWS verplicht in de leegstaande panden te gaan
wonen, weigering betekende ontslag. Er woonden dan ook
voornamelijk ambtenaren etc, die de hoge huur wel konden betalen.
Om te voorkomen dat de huizen niet werden verwaarloosd kwam er
regelmatig iemand van CWS controleren of je je wel als een
"goede" huurder gedroeg. In de begintijd mocht je zelf niets in de
huizen veranderen of aanpassen.
De uit 1930 stammende woningen maken deel uit van een groter
complex, de zogenaamde Kapelwijk. Het is de derde vooroorlogse
sanering in de wijk.
De directeur van Bouw- en woningtoezicht, de heer Schulte Noordhof
heeft dit project voor de woningbouwvereniging Volkshuisvesting
samen met De Roos en Overeijnder (landelijk bekend door hun
samenwerking met Berlage) en de heer Budel van CWS ontworpen.
Aan de bouw van de Kapelwijk, gesitueerd rondom de Klarendalse
Kapel ging een grondige sanering aan vooraf. Voor deze nieuwbouw
moesten bijna 200 woningen worden gesloopt. Drie straten verdwenen
totaal, de Wagenstraat, de Schutstraat en de Wijnstraat.
Daarnaast werden er woningen aan de Herenstraat, de Agnietenstraat
en de Klarendalseweg gesloopt. Ook verdwenen de noodwoningen in de
Agnietenwijk.
Om kosten te besparen werd de Kapelstraat horizontaal op het
hellende terrein aangelegd.
De nieuwbouw omvatte 172 woningen, enkele winkels aan de
Klarendalseweg en een 14tal werk- en bergplaatsen voor kleine
ambachtelijke bedrijven. Daarnaast was er ruimte voor een
kantoor van de Gemeentespaarbank (aan de Klarendalseweg) en een
kolenpakhuis (aan de Herenstraat)
Terwijl langs de Klarendalseweg en de Agnietenstraat en aan
het begin van de Kapelstraat stapelbouw werd toegepast (drie
woningen boven twee benedenwoningen), verrezen in het middenstuk
van de Kapelstraat en aan de Herenstraat laagbouwwoningen.
In het midden van de Kapelstraat kunt u aan de rechterkant een
steegje inlopen, de trapjes afgaand ziet u links nog de eerder
genoemde werkplaatsen.
U gaat nu weer terug om aan de overkant van de Kapelstraat
in het steegje richting Agnietenstraat te lopen. In de
Agnietenstraat ziet u links en rechts de andere woningen van
de Kapelwijk.
We lopen nu richting Hommelseweg. Links ziet u na enkele meters de
voormalige J. A. Kambergschool en Onze Lieve Vrouweschool. Nu is
dit een Islamitische basisschool. Oorspronkelijk stond op deze
plek een van de eerste 6 openbare lagere scholen, die om een eind
te maken aan het onderscheid tussen arm en rijk vanaf 1867 werden
genummerd. De school die op de hoek Agnietenstraat en Oogststraat
stond, werd School II en werd vooral bezocht door kinderen van
arme ouders, die het schoolgeld voor hun kroost niet konden
opbrengen. Door het grote aantal leerlingen werd deze school al
snel te klein en in 1863 werd er een plan tot nieuwbouw door
de Arnhemse Gemeenteraad goedgekeurd, wat resulteerde in de
oplevering van een school van formaat, zoals tot op heden nog
duidelijk is te zien. Het gebouw dat in 1902 door de Dienst
Gemeentewerken werd gebouwd en waarschijnlijk is ontworpen door de
heer G. Versteeg, de toenmalige adjunct-directeur, die ook
verantwoordelijk is voor de bouw van School III . Opmerkelijke
elementen in het gebouw zijn zondermeer de oosters aandoende
schoorstenen, en de muur, gemaakt van basaltblokken met het
karakteristieke smeedijzeren hek en niet te vergeten het
tegeltableau met jaartal 1902 boven de oorspronkelijke ingang aan
de Agnietenstraat.
Rechts ziet u de Leuke Linde, al voor 1862 was hier een
begraafplaats. In 1909 werd op een terreintje naast de
begraafplaats een demonstratiewedstrijd korfbal gehouden door de
grondlegger van het korfbal, Nico Broekhuizen. Kort daarna werd
EKCA (Eerste Korfbal Club Arnhem) opgericht en heeft het
lijkenhuis op de begraafplaats enige tijd gefunctioneerd als
kleedkamer.
Aan de Leuke Linde voorbijgaand en vervolgens de Onder de
Linden oplopend zien we aan de linkerkant, op nummer 21 een ander
oud karakteristiek schoolgebouw. Nu in gebruik door de Arnhemse
Toneelschool, maar ooit was dit een openbare lagere school. Op 1
december 1906 werd de school geopend. Oorspronkelijk had het
gebouw, ontworpen door de heer Versteeg, de adjunct-directeur van
de Arnhemse Gemeentewerken 12 lokalen. Dat was een hele
verbetering ten opzichte van het vervallen gebouw aan de Korte
Walstraat. Omdat Arnhem een van de eerste steden was met een
schoolarts, was er voor hem een aparte ruimte voor in het leven
geroepen. Ook het schoolhoofd kon beschikken over een eigen
ruimte. Andere nieuwigheden waren een centrale verwarming en een
dakterras als speelplaats ingericht.
Omhoog wandelend komen we aan bij de Hemonylaan.
In het begin van de vorige eeuw stonden op het heuvelachtig gebied
tussen de Agnietenstraat en Onder de Linden her en der nog bijna
honderd eenvoudige landarbeidershuisjes. In de volksmond heette
dit de Pletsberg. Deze naam is ontleend aan de boertjes, die hun
varkens voerden met afvalvlees (plets genaamd). Extra geld werd
verdiend door de verkoop van takkenbezems langs de deur. Dezelfde
woningbouwvereniging die de Kapelwijk liet bouwen
(Volkshuisvesting) bouwde hier een ander complex, eveneens van de
hand van De Roos en Overeijnder. Deze bouw was onderdeel van
een tweede saneringsgolf, de eerste (rondom het Putplein) had
weinig bijgedragen aan het oplossen van de slechte
woonomstandigheden.
Hier maken we kennis met de zogenaamde hofbouw. Wat we hier zullen
zien is een soort hof omsloten door een hogere bebouwing, een
principe dat buiten Arnhem vooral bekend is door de
Spaarndammerbuurt in Amsterdam. De buitenring heeft duidelijk een
wat stedelijker karakter, binnenin ziet het er een stuk rustiger
en dorpser uit. In de poorten treffen we de voordeuren van de
woningen boven de poorten.
De tussen 1918 en 1921 klaargekomen woningen waren voor die tijd
voor een arbeider luxe te noemen, zo waren de woningen voorzien
van electriciteit en waren de toiletten voorzien van
waterspoeling. De woningen aan Onder de Linden zijn zelfs ruim te
noemen, zij waren voorzien van kelder, ruim balkon, hadden drie
slaapkamers, een keuken, woonkamer en zelfs een voorkamer. Ondanks
het feit dat er voor arbeiders werd gebouwd, konden velen onder
hen de huur niet opbrengen. Een gemiddelde huurprijs van �
2.16 per week was voor hen niet op te brengen. Het gevolg
was dat er in de beginperiode hoofdzakelijk militairen en
ambtenaren woonden. Dat Volkshuisvesting zuinig op haar woningen
was, blijkt wel uit het feit dat zij regelmatig bij de huurders
langskomt om te controleren of de bewoners wel zorgvuldig met het
gehuurde omgaan. Mede hierdoor en door goed onderhoud tijdens de
bewoning en na een verhuizing werd de verloedering tegengegaan.
Het hele complex is tussen 1986 en 1990 gerenoveerd. De vele nieuw
gemetselde stukken zijn hier nog stille getuigen van.
We lopen de Hemonylaan uit en slaan linksaf de Agnietenstraat in.
Bij de eerste poort aangekomen gaan we deze onderdoor en bevinden
ons in de Voorbroodstraat, deze uitlopend komen we wederom
uit op Onder de Linden. We steken deze over en lopen omhoog,
richting Talmaplein.
Het Talmaplein en omgeving ontstaan tijdens de Eerste
Wereldoorlog, er heerst grote werkeloosheid en de in 1914
opgerichte woningstichting "Patrimonium" ging middels een
werkgelegenheidsplan de sociale woningbouw aan pakken. Nu bleek
dat makkelijker gezegd dan gedaan. Zo was er gebrek aan een
goede bouwlocatie en de enige bouwgrond van de gemeente die in
aanmerking kwam, lag in een heuvelachtig terrein met daarop een
Joodse begraafplaats. Omdat aansluiting met de openbare weg
mistte, moesten er van particuliere grondbezitters percelen
worden gekocht. Deze eigenaren konden de prijs opdrijven
omdat ze wisten dat er voor de jonge woningstichting geen andere
directe mogelijkheden voor handen waren. Al met al zorgden deze
problemen ervoor dat er pas in 1916 met de bouw kon worden
begonnen.
Een ander probleem was de subsidie. Voor gestapelde bouw zou het
rijk geen subsidie geven, dus moest er laagbouw worden gepleegd.
Dat maakte de prijs van een woning flink duurder, en werd er
bezuinigd waar het kon. Groot waren de woningen dan ook niet, de
keuken maakte onderdeel uit van de woonkamer. Het resultaat was
dan ook dat reeds in 1919 de woningen werden gerenoveerd.
Door al deze tegenslagen werd het streven om voor de arbeider een
goedkoop woning te bouwen niet gehaald. De wekelijkse huur
van � 1.55 was veel hoger dan geraamd
Zowel in de Willem Hovylaan als de Klaas Katerlaan ziet u dat de
bebouwing is onderbroken door in de Klaas Katerlaan
een natuurlijke barri�re en in de Willem Hovylaan de restanten van
het vroegere Joodse begraafplaatsje. Ondanks het sobere
karakter van het buurtje is het een juweeltje van bouwkunst.
In het midden van de Klaas Katerlaan gaan we rechts de trapjes op
en komen bij de Lindenheuvel, een vrij nieuw project in het
voormalig Militair Hospitaal.
In 1889 werd hier het Militair Hospitaal gebouwd op de Mussenberg.
Van de oorspronkelijke gebouwen rest nog het gerestaureerde
hoofdgebouw, waarvan de bouwstijl vrijwel ongeschonden bewaard is
gebleven. Aan de Onder de Linden staan ook nog een portierswoning
en een (dubbel)woonhuis, beide uit 1905. Ook het hekwerk uit 1889
is voor het grootste deel in tact gebleven. In 1966 is het
hospitaal, dat een regionale functie had gesloten. We verlaten
door de hoofdingang, geflankeerd door bovengenoemde huisjes het
terrein om via de steilste straat van Klarendal naar de
Klarendalseweg te wandelen.
Tot aan de bouw van de zgn. "Goudkust" stonden hier
aan de rechterkant van het Noordpad de "Militaire huisjes". Zeven
blokken van elk vier woningen totaal. Om een indruk te krijgen van
de grootte van de huisjes, op de begane vloer (vijf
bij negen meter) bevond zich een woonkamer, een slaapvertrek, een
keukentje en een WC. Verder bevond zich in de in 1877 gebouwde
woningen nog een kelder en een zolderruimte. Ook waren ze voorzien
van een tuintje met schuur.
We zijn nu op de Klarendalseweg aangekomen en lopen nu verder de
Klarendalseweg af tot aan molen "de Kroon". Op enkele tientallen
meters van het Noordpad bevind zich nu het "Winkelcentrum
Klarendal". Dit winkelcentrum is gebouwd rondom de voormalige
Militaire Bakkerij. Helaas is tijdens de verbouwing veel van
het oorspronkelijke verloren gegaan. Toen het in 1876
gebouwd werd bestond het uit een hoofgebouw met twee zijvleugels
die als woning dienden. De woningen waren bestemd voor de
administrateur en de onderofficier. Hun woningen waren met een
vloeroppervlak van 78 vierkante meter een stuk groter dan die van
de gehuwde manschappen, bovendien waren zij voorzien van gang en
wasplaats.
Het hoofdgebouw omvatte ondermeer de broodkamer, en op zolder
opslag voor graan en meel. Het meel kwam van molen "de
Kroon" en het brood was bestemd voor ondermeer in de Menno
van Coehoorn gelegerde soldaten.
Niet alleen de woningen zijn verdwenen, maar ook de
gezichtbepalende schoorsteen, gesloopt in 1970. Naast het gebouw
stond een stal bestemd voor zieke paarden (ook gesloopt en behoeve
van het winkelcentrum) en in later jaren nog gebruikt als
werkplaats door de Stichting Volkshuisvesting.
Wanneer we verder de Klarendalseweg aflopen, komen we al snel de
kortste straat van Klarendal tegen. De Stalstraat, die na de
laatste renovatie alleen nog bestaat uit een winkelpand met
bovenwoning. Vroeger was dit een typische Klarendalse straat met
aan beide zijden kleine arbeiderswoningen. Zij liep van de
Klarendalseweg tot aan de Agnietenstraat.
Even verder op de hoek van de Herenstraat staat nog het "De
Gruyterpand", gebouwd in 1880 en in 1910 door W.G. Welsing
verbouwd. Deze architect was jarenlang verantwoordelijk voor de
vormgeving van bijna alle panden van De Gruyter. Tijdens de
verbouwing is in de toen populaire art-nouveau stijl het
tegelwerk op de gevels aangebracht.
Doorlopend komen we nu langs de in 1930 gebouwde Kapelwijk, helaas
is de winkelfunctie ook hier aan de Klarendalseweg vrijwel
verloren gegaan en is ook de oude Gemeente Spaarbank verdwenen.
Hier gaan we linksaf, de Willemstraat in. Ook hier heeft de
renovatie hard toegeslagen, op de hoek van de Johannastraat
staat het enige overgebleven pand, een voormalige bakkerij.
Op de Rosendaalsestraat aangekomen, gaan we rechtsaf richting
Velperpoortstation , we passeren het KABgebouw, tegenwoordig een
theater. Dit gebouw was oorspronkelijk van de
Rooms-katholieke Arbeiderlieden Vereniging Sint
Joseph. Nu staat het nog steeds bekend als het KAB-gebouw
(KAB= Katholieke Arbeiders Beweging) en heeft het jarenlang
gefunctioneerd als verenigings- en congrescentrum voor de
Nederlandse vakverenigingen.
Het in 1894 in een renaissance-achtige bouwstijl gebouw
heeft door de symmetrische opbouw van de gevel een monumentaal
karakter gekregen, waardoor de belangrijkheid van het gebouw extra
werd bevestigd.
Doorlopend en de Catharijnenstraat rechts omhoog gaand tot aan de
molen, bent u aan het eind gekomen van deze tweede
wijkwandeling.