Tuberculose was tot de jaren vijftig een schrikbeeld van de
Nederlandse
samenleving. De ziekte werd in de volksmond afgekort tot TB of
TBC. Er
waren twee soorten, te weten open of longtuberculose, die zeer
besmettelijk was en de beender- of gewrichtstuberculose, die
niet of in
veel mindere mate besmettelijk was. Longtuberculose was
voordat
er rond het midden van de vorige eeuw medicijnen kwamen,
vaak
dodelijk. Er stierven in Nederland jaarlijks aan het
begin van de
vorige eeuw bijna
10.000 mensen.
In het sanatorium Juliana-oord werden patienten met beender-
of
gewrichtstuberculose behandeld. Deze behandeling bestond
hoofdzakelijk
uit (bed)rust, licht, en goede voeding. Sommige patienten
moesten
jarenlang in speciale bedden liggen zonder dat zij deze
mochten
verlaten.