Steenen Tafel


'Maar bekoorlijk vooral is de wandeling naar de hoogte, langs de wegen, die voorbedachtelijk zo breed en langzaam opgaande zijn aangelegd, dat zij door rijtuigen kunnen gebruikt worden. Eéne plaats in het bijzonder, kenbaar door eene groote steenen tafel, die zich daar bevindt, onderscheidt zich door het heerlijk uitzigt, hetwelk zij aanbiedt, langs de wél beplante, met slingerpaden doorsneden glooijing der heuvels, over eene vallei, in welke verschillende lanen de vruchtbare rogge- en boekweitvelden, op de altijd groenen Betuwe, door den veelkronkelende Rijn omzoomd, en in het verschiet door de Nijmeegsche, Kleefsche en Eltensche gebergten bepaald.' 
Zo beschrijft in 1828 Nijhoff in zijn boekje 'Wandelingen in de omstreken der stad Arnhem' de wandeling vanaf de Bosweg naar de plek waar de Steenen Tafel ligt.


Bijna 100 jaar later schrijft D.J. van der Ven in zijn boekje 'In en om Arnhem' het volgende: 'Het Klarenbeeksche bosch met zijn zeer sterk geaccidenteerd terrein, zijn slanke naaldbomen en heerlijke vergezichten biedt langs zijn paden en wegen een wonder afwisselend genot, dat den stijgende wandelaar als 't ware voorbereidt op het onovertroffen glorie-panorama van de "Steenen Tafel'' .
Dit uitzicht vindt waarschijnlijk zijn voor ons landje éénige bekoring in het decoratieve effect van talrijke in het landschap verspreid staande zware boomgroepen, waaronder sommige alleenstaande pijnen in hun habitus den Pinus maritmum der Middelandsche zeekusten in de herinnering brengen'.
Het uitzicht is inmiddels verdwenen, de verhalen  van vroeger over die "vreemde"  Steenen Tafel blijven de ronde doen. Onder de Tafel, die waarschijnlijk niets minder is dan een oude grafsteen of een restant uit het voormalige nabij gelegen klooster Monnikhuizen, zou zich de ingang van een geheime tunnel bevinden. Andere verhalen vertellen van een Germaanse offerplaats en ook zouden hier ooit heksen bijeengekomen zijn.

Op de foto hiernaast, een van de velen die er van de Steenen Tafelgemaakt zijn, is te zien hoe sommigen ansichtkaarten de toch niet geringe heuvels rond Arnhem nog iets hoger wilden doen lijken dan ze al waren. Het "gebergte" links op de foto is vakkundig aan de foto toegevoegd.

De jongen met de verrekijker

In het begin van de vorige eeuw was de plek, mede dankzij het prachtige uitzicht over de stad en het rivierlandschap van Rijn en IJssel een landelijk bekende toeristische attractie geworden, waar menig kleine zelfstandige dankbaar gebruik van maakte, zoals de jongen met de verrekijker die aan de dagjesmensen zijn kijker verhuurde zodat er optimaal van het panorama vanaf de Cornelsberg kon worden genoten.



Het Vrouwtje van de Steenen Tafel

Rond 1895 begon
Janna Reem als jong meisje van 15, die vijf jaar later trouwde met Anton Gerritsen (ook wel bekend als "de Does"), met het verkopen van fruit aan de bezoekers van de Steenen Tafel. Zij haalde het fruit bij haar zuster Tonia, die een fruitwinkel had en transporteerde het per kruiwagen omhoog. Ook haar man verkocht aan het eind van de Hommelseweg, tegenover de boerderij Moscowa  fruit.
Later, toen de zaken beter gingen  ging Janna vanuit de kiosk, die ze "De smalle Beurs" had genoemd, verkopen en vergrootte ze haar assortiment met ansichtkaarten en souvenirs. Ze kocht die spulletjes op de Hommelstraat bij "de Goedkope Winkel". En in plaats van een kruiwagen kreeg ze een  hondenkar tot haar beschikking. Ooit heeft  ze daar Koningin Wilhelmina, Prins Hendrik met het toen 4jarige prinsesje Juliana ontmoet.


Jan Plezier

In het begin van de vorige eeuw maakten de bezoekers van Arnhem vaak met een "Jan Plezier" rijtochten in de omgeving. Een "Jan Plezier" was een negentiende-eeuwse brik met één of twee paarden. Het was voor die dagen een groot rijtuig, de voorloper van onze toerbus. Tot wel twintig mensen konden er mee vervoerd worden. Bij de Steenen Tafel lieten de bezoekers zich vaak fotograferen door de Arnhemse fotograaf Piet  Payens.