Wim van Rekum
Twintig
jaar in Klarendal
Deze beschrijving over "mijn Klarendal" beslaat een periode van
circa 20 jaar en is verre van volledig. Ik heb dit ingedeeld
vanaf mijn
vroegste herinneringen tot aan mijn vertrek uit Klarendal
wegens
militaire dienst.
Geboren ben ik in de West Peterstraat in februari 1949. Mijn
ouders woonden bij mijn opa en opoe in zoals toen, vaak het
geval was.
Herinneringen aan dit huis komen voornamelijk uit een latere
periode.
Ik kwam immers regelmatig met mijn ouders en later ook alleen
bij mijn
grootouders.
De eerste echte herinneringen dateren van de tijd op de
Kleuterschool. Ik woonde destijds in de Johannastraat. Het was
een
benedenhuis zoals er zoveel in Klarendal waren. Een voorkamer
waar je
met de deur in huis viel. Deze kamer werd als mooie kamer
gebruikt. Er
stond een stelletje van 4 stoelen en een tafel en natuurlijk
zeil op de
vloer. Verder stond er een echte kolenhaard die bij gebrek aan
kolen
en/of geld eigenlijk in mijn geheugen nooit brandde. Wij zaten
er ook
niet veel. In de hoek hing een gasmeter waar met gasmuntjes werd
gewerkt. De muntjes werden bij kruidenier Kniest op de hoek
Johannastraat/Willemstraat gekocht.
Dan was er een tussenkamer met een hoog geplaatst raampje van 10
bij 40 cm wat uitkwam op de naast gelegen poort. Een donker hok
zeg je
tegenwoordig van zo'n ruimte. Dit was de slaapkamer van mijn
ouders en
mijzelf. Later na de geboorte van mijn broer verhuisde ik naar
de
voorkamer. Deze kamer is mij altijd ongezellig en koud
bijgebleven. Het
laatste woonvertrek was de achterkamer. Een aanrecht met gasstel
en
alleen koud stromend water, een kachel, de leunstoel van mijn
vader
naast een radio, een eettafel met 4 stoelen en dat was het wel.
Op de achterplaats aan het begin van de tuin, buiten dus, zoals
gebruikelijk, de WC. Een stenen aanbouwtje met een WC pot, een
emmer
water voor het doorspoelen en als het er was, WCpapier. Buiten
op
straat spelen was toen simpel en veilig. De omgeving beperkte
zich voor
mij van het kinderziekenhuis tot aan bakkerij Heumen en Kniest
en stuk
of 4 Nijverheidstraten. Als ik nu nog wel eens door deze straten
loop
besef ik dat het huis, de tuin etc. toch wel allemaal erg
klein
moeten zijn geweest.
En dan als je 4 jaar wordt, ga je naar school. De kleuterschool
op de hoek van de Willemstraat/Klarendalse weg. Op de hoek de
ingang,
een donker groene deur, een kleine hal met een granieten vloer,
dan de
gang met een rij met kinder WC's en urinoirs. Links, aan het
eind van
de gang, de hoek om en aan de rechterhand waren dan de
klaslokalen.
Volgens mij een stuk of vier. Tegen de lokalen aan lag de
speelplaats
die op de kop werd afgesloten met een overdekte grote zandbak
voorzien van een wand van gaas. De overige lokalen waren
in
gebruik, zoals ik later pas ontdekte, door het clubhuis
"Ons Huis".
Een foto van mijn klas onder leiding van juffrouw Stufsels staat
op deze site. Vaccinatie tegen mazelen, waterpokken etc gebeurde
in de
grote lokalen van het clubhuis. Zoals veel van mijn
generatiegenoten
zijn er op mijn linker boven arm nog de inentingsplekken van de
vaccinatie te zien. Het maken van slingers, vlechtmatjes, spelen
met
blokkendozen en ga zo maar verder komt mij nu ik zelf
kleinkinderen heb
weer van pas. Ik sta er versteld van welke kleuterliedjes mij
bij
gebleven zijn die ik aan mijn eigen kinderen en nu weer aan de
kleinkinderen doorgeef. Kortom een mooie kleuterschooltijd om op
terug
te kijken.
Na de kleuterschool de lagere school. Voor mij was die tijd toch
wel bijzonder. Als een van de weinige uit de Johannastraat ging
ik naar
de katholieke Onze Vrouwenschool aan de Agnietenstraat.
's-Morgens
linksaf de Willemstraat op, tussen de Gemeente Spaarbank en de
Kapel de
trapjes op de Kapelstraat oversteken, weer de trapjes op en dan
linksaf
naar school. Dan dezelfde weg weer terug en 's middags alles nog
een
keer opnieuw. Eerst voor het schoolhek wachten, de deur ging
open en
dan de trap op. Bovenaan stond een groot Christusbeeld.
Bijzonder vond
ik de filmvoorstellingen die regelmatig in de klas werden
gegeven. De
projector werd opgesteld, zwarte verduisteringsgordijnen voor de
ramen
geschoven en de pret kon beginnen. Nadat de film was afgelopen
werd als
toetje nog wel eens een film achterstevoren gedraaid.
Het speelkwartiertje gebeurde in de speeltuin op de
Agnietenstraat. Dus per klas in het gelid er lopend naar toe.
Daar
waren ook de buitenWC's. Aan de speeltoestellen mochten wij niet
komen,
alleen het klimrek mocht. Daar was, omdat het rek niet groot
was, het
recht van de sterkste en handigste de wet. Degene die deze
school
hebben bezocht kunnen zich zeker nog herinneren dat er
catechismusles
werd gegeven. Door de fraters en in mijn ogen behoorlijk
fanatiek. Ook
werd er wekelijks klassikaal naar de kerk in de van
Slichtenhorststraat
gegaan. Na de communie mocht je dan het meegebrachte brood en
thee in
de klas nuttigen. Kolderiek vond ik het klassikaal biechten
alhoewel je
dat natuurlijk niet liet merken..
Later in de 5e en 6e klas was er schoolzwemmen in het
Sportfondsenbad. Ook dit natuurlijk weer klassikaal en er lopend
naar
toe. Voor mij was dit de eerste kennismaking met zwemmen. Verder
dan
groep 2 in 2 jaar ben ik nooit gekomen. Later heb ik mijzelf het
zwemmen in Klarenbeek toch maar aangeleerd.
Een spelletje wil ik nog aanhalen, het landje kapen. Een
schroevendraaier of klein zakmesje werd in een afgetekend
vierkant op
het zand in de middenberm van de tegenpartij gegooid. Bleef dit
overeind staan dan werd er een lijn getrokken en met de schoen
de oude
lijn uitgeveegd. Langzaam schoof dan het vierkant van je
tegenstander
naar je eigen vierkant.
Had de tegenstander geen "land" meer dan was het afgelopen.
Meester Pikkemaat heeft naast zijn herinneringen op de site ook
een aantal foto's van de school gezet. Leuk om te lezen en
te
bekijken en ook.
Na schooltijd werd er in de 3e Nijverheid gevoetbald. Spelletjes
die veel werden gespeeld was enklaar en knuppel uit de zak. Er
was een
strikte scheiding tussen meisjes en jongens en de spelletjes die
zij
speelden. In deze periode verhuisden mijn vader en moeder
gedurende een
korte tijd naar Heijenoord. Veel valt hier niet over te melden.
Ik
bleef op de lagere school in Klarendal en bleef tussen de middag
over
bij mijn grootouders in Putstraat. Zij hadden daar de
kleermakerij Ten
Broeke. Hier had je de gelegenheid weer nieuwe vriendjes te
maken.
Kort daarna verhuisden mijn ouders terug naar Klarendal en
vestigden zich ook in de Putstraat.
Inmiddels was ik een jaar of tien en zou het grootste
gedeelte van mijn jeugd in de Putstraat blijven wonen. Ook in
deze
straat zag je dat de kinderen ook overwegend in hun eigen straat
bleven
spelen. Zoals dit ook was in de Johannastraat en op Heijenoord.
Ook
hier weer een strikte scheiding tussen meisjes en jongens.
Bijzonder ook hier weer de spelletjes enklaar en voetballen.
Voetballen gebeurde op 2 plekken. Op de kruising Hovenierstraat
en
Putstraat en richting de avond op het Putplein
Op de Hovenierstraat ging regelmatig de ruit van de zijgevel van
de familie Magendans aan diggelen. De overbuurman was vaak kwaad
omdat
een van de doelen tegen zijn muur aan was en de bal daar telkens
tegenaan werd geschoten wat in zijn huis tot doffe dreunen
leidde.
Later, toen ikzelf op een hoekhuis woonde, besefte ik pas wat
deze
mensen hier een overlast van moeten hebben gehad.
Het voetballen op het Putplein was van een andere orde. Eerst
werd er gepoot en dan de teams gekozen. Degenen die het eerst
werden
gekozen waren de jongens van Hofs. Eerst Bennie en later Henkie.
Beide
zouden uitgroeien tot voetballers in het betaalde voetbal bij
Vitesse.
Er waren echter meer goede voetballers zoals Corrie Magendans,
Jantje
de Borst en zo zullen er nog wel een aantal zijn geweest. Het
voetballen langs het spoor op het Putplein had voor mij een
bijzondere
bekoring. De treinen reden toen nog veel op stoom. Naast het
Putplein
was er een seinpaal. Treinen stopten dan ook regelmatig en
trokken met
veel kabaal later weer op. Bij het in gebruik nemen van Het
Velperpoort
station werd dit alleen nog maar meer. Nog steeds heb ik het
geluid van
de trein, de rook en geur in mij. Af en toe tref ik nog wel eens
een
stoomtrein en ben dan meteen terug in die tijd op het Putplein.
Niet alleen het voetballen komt dan in mij op maar ook de
kleermakerij van mijn Opa ten Broeke, Visser bijgenaamd de
regentuut
(fruithandelaar) de schillenboer van Eulink met heel
toepasselijk zijn
paard in de gang die op de binnenplaats een stal had, de
groenteboer
Scholten, de viswinkel van de familie Kok en ga zo maar door.
Andere spelletjes waren knikkeren onder ander het stuken. Het
werkte als volgt; 4 normale glazen knikkers met daarboven op een
kleine
glazen knikker. Deze 5 werden tegen de schuine kant van de pot
gegooid.
De kunst was dat de kleine glazen knikkerde uit de pot sprong.
Zo niet,
bleven er 5 grote glazen knikkers achter. De volgende die aan de
beurt
was deed hetzelfde. Sprong de kleine knikker weg dan was er
gewonnen en
konden 5 knikkers van de ander uit worden gehaald. Mislukte het,
dan
kwamen er weer 5 knikkers bij en de beurt naar de volgende. Het
ligt
voor de hand dat de winst als je hierin bedreven was aardig kon
oplopen. Aan mij was dit niet besteed.
Wat er ook nog uitspringt is het kaarten op straat. Met een
aantal jongens op de stop bij de voordeur van Van De Borst. Het
kaartspel was zwikken. Degenen die uiteindelijk verloor kreeg
van de
andere jongens per persoon 3 tupkes op de samengebalde
vingertoppen.
Dat kon behoorlijk zeer doen en was een drijfveer goed te
kaarten.
Vermeldenswaard zijn ook de grote regenbuien. Zoals door velen
op de site al aangehaald, was er bij grote hoosbuien behoorlijk
veel
wateroverlast. Vooral in de Putstraat kwam dit vaker voor. In de
zomer
kon er dan in de korte broek of zwembroek door het water worden
gewaad.
Naarmate ik ouder werd kwam voor mij de tijd van het
vervolgonderwijs. Dit werd de Bonifacius ULO aan de
Hommelseweg
naast de cafetaria van van Daalen. Het betekende nieuwe
gezichten,
nieuwe vrienden en voor het eerst een jongens- en meisjesschool.
In
mijn vier jaren zaten er echter maar 4 meisjes in de klas dus
dat
gemengde viel nog wel mee.
De school werd met goed gevolg afgesloten.
Wat veel leuker was, dit was de tijd van de Beatles en Stones.
Het betekende lid worden van het clubhuis Ons Huis aan de
Klarendalse
weg. Daar kon je biljarten, voetballen, tafeltennissen. In een
sneltreinvaart leerde je jongens en meisjes kennen van veel
verschillende buurten. In de weekenden organiseerden de
clubhuizen
zogenaamde instuiven. Voor mij betekende dit dansavondjes. Zo
werd er
naar het Vuur gegaan, Duckdalf op Heijenoord, de Jacobiberg bij
zwembad
Klarenbeek en uiteraard in ons Huis zelf.
Op een bepaald ogenblik, ik was net zestien ging ik werken,
's-avonds naar de avondschool en werd er geld verdiend.
Weliswaar
werd dit geld thuis afgegeven en kreeg ik beperkt zakgeld maar
dit
opende toch ook de mogelijkheid om zaterdagavond naar de Theepit
te
gaan. Degenen die in de tweede helft jaren zestig hier kwamen
zullen
zich de Theepit ongetwijfeld herinneren. In de loop van de
zaterdag
ging je dan eerst naar het West Peterbad om te douchen. Dan
tegen een
uur zeven naar de Herenstraat waar een aantal jongens zich
verzamelden
en gezamenlijk naar de Theepit liepen. Later kwam hier ook de
gelegenheid in de Scheldestaat op Presikhaaf bij. Bekende bands
die
toen al optraden waren de Buffoons, de Golden Earings Long tall
Ernie,
de Rascals en ga zo maar door.
Het was ook de tijd van de nozems en de artistiekelingen. Het
verschil zat hem zeker in de soort bromfiets die werd gereden.
De
artistiekelingen op een Puch en de nozems op Kreidler, Zundapp,
Batavus, Berini en heel bijzonder en duur, zelfs nu nog een
Flandria.
Ook de tijd van de tegenstellingen tussen deze twee groepen. Zo
zaten zij gescheiden op de AKU fontein aan het Willemsplein. Een
enkele
keer liep dit wel eens uit de hand.
Hetzelfde gold voor Duitsers die met hun snelle Kreidlers in de
jeugdherberg verbleven en uiteraard kennis zochten aan Arnhemse
cq.
Klarendalse meisjes.
Zo gleden de jaren voorbij, leerde in de Theepit mijn vrouw
kennen en werd in 1969 opgeroepen voor militaire dienst. In de
diensttijd trouwde ik en na het afzwaaien uit dienst ben ik
buiten
Klarendal gaan wonen. Half Nederland ben ik voor mijn werk
doorgetrokken en woon sinds kort in Driel. De roots van
Klarendal gaan
echter niet uit je genen. Elke foto die op deze site wordt
gepubliceerd, elke herinnering, forum discussie, rapportages
over het
Modekwartier etc voert mij terug naar mijn jeugdjaren. Het is
een apart
gevoel door dit soort prikkelingen zomaar 40, 50 jaar terug in
de tijd
te gaan alsof het gisteren was.
Ik kan alleen maar besluiten, nostalgisch en misschien wat
overdreven, een geweldige tijd en ervaring om te hebben
meegemaakt.
Wim van Rekum