Mijn naam is
Andries Oldenhof. Ik ben geboren op 29-07-1950. Mijn ouders
woonden toen nog
bij mijn grootmoeder in, boven elektrozaak Douwsma aan Onder de Linden.
Vanaf 1951 tot 1970 woonden
wij in de J.P.Heijestraat nr. 21. Ik woonde daar met Ma, Pa en
2 zussen. Het was (en is) een bovenhuis.
Als je bovenaan die straat schuin-rechtsaf ging, langs de
sigarenwinkel van Avegoor, dan stak je de Onder de Linden
over, en liep je via de Hemonylaan, de doorgang met de
trappen, kruiste de Kapelstraat en langs de Klarendalse Kapel
naar de kleuterschool, welke toen (in 1955) links van de Kapel
was. Ik zat in de klas van juffrouw Imerman en het schoolhoofd
was juffrouw De Groot, beide erg aardig.
Mijn lagere school was de Creutzbergschool aan de Vijverlaan,
waar nu (in 2011) een z.g. "Radarschool" in gevestigd is. Je
liep dus elke dag via de bult bij het Militair Hospitaal, ong.
1½ km,naar die school. Je wist niet beter.
Na schooltijd van de vierde
klas, met de "jonge"
meester Gerritsen, klommen we wel eens de muur op van de Alg.-
en Protestantse Begraafplaats (van 1862) langs de Hemonylaan
en je liep dan tevens over het dak van enkele monumentale
grafkelders. De begraafplaats was allang niet meer in gebruik
en dat kon je ook duidelijk aan de stand van onderhoud zien.
De stalen stangen in de gaten van de Grafkelders waren al
doorgeroest, en soms, uit baldadigheid, gooiden wij daar dan
een steen in, in
die donkere lugubere kelders met hun bijna verroeste
toegangsdeuren met sier-elementen.
In de herfst van 1960 begon
de gemeente met de ruiming van de begraafplaats. De Katholieke
begraafplaats (van 1859) onderaan Onder de Linden en de
Hommelseweg was toen net geruimd. Via het poortgebouw aan
Onder de Linden, waar toen niemand meer woonde, gingen wij dan
stiekem 's avonds de begraafplaats op. Er werd steeds een
gedeelte afgegraven, omringd door een verplaatsbare rieten
wand. Daar kroop je dan uit nieuwsgierigheid tussendoor. Op een avond stonden wij vol
verbazing te kijken: Rondom een geruimd graf hadden de
grafdelvers, na gedane arbeid die dag, een aantal schoppen in
de grond gestoken en op ieder handvat hadden een schedel geplaatst.
Wij stonden daar vol verbazing naar te kijken, maar hebben ze
niet aangeraakt. Dit vergeet je natuurlijk nooit meer. Eind
1961 was de ruiming voltooid, incl.het poortgebouw aan Onder de Linden. Een periode van
avontuur was voorbij. Laatst (in 2009) heb ik nog in het Gelders Archief aan de
Markt de zwart-wit
foto's en tekeningen van toen zitten bekijken. Dan komen die oude
herinneringen weer boven.
In het schooljaar
1961-1962, in de
vijfde klas, had ik meester Nauta, een sacherijnige vent met zijn
lange leren jas.
Ik, en mijn mede klasgenoten waren blij dat dat schooljaar voorbij was. In de
zesde klas kregen we hoofdmeester Vos, want hoofdmeester
Gerritsen was met pensioen gegaan.
Pisnijdig of over de zeik
Eind jaren 50 stond onderaan de Onder
de Linden, aan de kruising met de Hommelseweg, een stenen
openbaar mannen-urinoir. Aan de onderkant zaten voor een
gedeelte openingen, zodat je kon zien, of er iemand in
stond, en dus op dat moment bezet was. Vlak voor de
jaar-wisseling kochten wij een klein beetje vuurwerk, d.w.z.
'voetzoekers'. Wij liepen dan naar dat urinoir en keken van
afstand of er een man of jongen in ging of stond.
Op een gegeven moment stond er een man zijn kleine
behoefte te doen, en op dat moment gooiden wij een
aangestoken voetzoeker door die opening aan de onderkant.
Daarna renden wij natuurlijk het tegenover liggende
Staringplein op en gingen in een portiek staan om te
kijken hoe dat afliep.
Nou, de reactie van de geschrokken man was er dan ook
naar. Hevig ontdaan kwam hij naar buiten rennen, met
zijn ... nog uit zijn gulp hangend. Wat hebben wij op
afstand staan te lachen, in dat portiek.