Henny
Hoedemaker
Mijn naam is
Henny Hoedemaker
en ben in een rieten reiswiegje meegenomen naar De
Klarendalseweg in
Arnhem, dat moet 1949/1950 geweest zijn. Mijn ouders hadden op
de
Klarendalseweg 76 een bakkerszaak. Wij verhuisden ernaar toe
met mijn 2
broers Wiet en Marjo, later zijn mijn zusjes Thecla en Agnes
daar
geboren.
We
gingen naar de lagere school en ik
kan me frater Raymundus herinneren en de grote schoolprenten
aan de
muur of in de kist met historische voorstellingen over de
middeleeuwen
met Karel de Grote en zo.
Het was
in de tijd waarin, het oude
(volgens mij) Joodse kerkhof tegenover de school werd
opgeruimd. Er
stond een schutting omheen toen de graven werden opgegraven.
Wij hadden
de de macabere gewoonte om na schooltijd ongezien onder de
omheining
door te kruipen en rond te neuzen bij de gedolven open graven,
we
kropen zelfs de grafkelders in om te kijken wat daar allemaal
te zien
was. Erg spooky, achteraf bekeken.
De
bakkerij, waar wij woonden was erg
bijzonder, omdat het een kelderbakkerij was, onder de grond
dus. Ik
herinner mij, hoewel ik zelf ook nog klein was, een hele lage
zoldering
en het was er erg donker, want er was nauwelijks daglicht.
Bij de
molen herinner ik me de oude
molenaar, die slecht hoorde. Je moest in een grote koperen
hoorn
praten, die hij bij zijn oor hield anders kon hij je niet
verstaan,
hoogst interessant en vermakelijk vond ik dat. Ik ging wel
naar hem
toe, alleen maar omdat ik dan ik die toeter kon roepen.
De
achteruitpoort van ons huis kwam
uit op een pleintje, waar een aardappelboer zat en op de
andere hoek
een soort fabriekje of opslagplaats voor pitriet, daar kon je
onder de
deur stukjes pitriet gappen en als je dat aanstak kon je dat
roken,
alsof dat een sigaret was.
Het
was een gemoedelijke en
veilige buurt, waar van alles op straat gebeurde en heb er
nog steeds
goede herinneringen aan. Wij hebben er een jaar of 6/7
gewoond, toen
werd de bakkerij een filiaal van de bakkerij aan de
Steenstaat 79a,
waar we naar toe verhuisden.