Onderstaande tekst komt uit de dagboeken van Hennie Cornelissen, een Klarendalse gezinsverzorgster (vanwege privacy zijn de namen veranderd)
Half november 1979
Mevrouw en mijnheer van der Voorst drie maal per week hulp.
Mevrouw en mijnheer van der Voorst zijn
38 jaar getrouwd en hebben een zoon van 30 jaar. Het is een
bijzondere gezellige familie maar wel met veel narigheid.
Meneer is erg ziek en mevrouw zwaar overspannen.
Hij heeft vroeger namens het Rode Kruis geholpen bij de
watersnoodramp in 1953 in Zeeland. Dat was afzien vertelde hij
weleens en ook iets wat een enorme indruk op hem heeft
gemaakt. Zeventien jaar geleden is zijn linkerbeen
geamputeerd, de doorbloeding was niet goed en hij had enorme
pijnen. Ook heeft hij twee jaar in het sanatorium gelegen voor
zijn TBC. Toen hij daarvan hersteld was heeft hij een
hersenbloeding gehad waardoor hij halfzijdig verlamd was. En
of het nog niet genoeg was werd hij zwaar overspannen en is
toen acht weken in de "Lage Vuursche" geweest voor een
rustkuur. Twee jaar is het verder goed gegaan tot januari
1979. Hij ontdekte toen een knobbeltje in zijn keel en hals.
De dokter dacht eerst aan een zware kou maar doordat de pijn
aanbleef en de pijn zelfs erger werd, heeft de dokter hem door
gestuurd naar de specialist. Die constateerde een kwaadaardig
gezwel wat aan de amandelen zat vast gegroeid. Hij heeft toen
een zware operatie gehad die op zich goed gelukt was. Echter
na verloop van tijd kwamen er weer knobbeltjes terug, die
hebben ze toen bestraald. Hij is ook nog eens een suiker
patiënt, maar gelukkig in lichte mate. Dit alles bij elkaar
moet een mens toch moedeloos maken. Maar ondanks alles blijven
ze hopen en geloven. Ze hebben gelukkig een sterke band met de
familie, die dan ook vaak op bezoek komt.
Meneer van der Voorst is 68 jaar, twee maal per week komt de
wijkverpleging hem wassen en de blaas spoelen. Hij heeft
iedere vier weken een nieuwe katheter nodig.
De dokter of wijkverpleegkundige zet dan een nieuwe katheter.
Op dit moment word er niets gedaan aan de lymfklieren. Dokter
van Gassel ziet dit niet zitten omdat er te veel zitten en
doordat de andere bestralingen nog niet zolang geleden gestopt
zijn. Hij houdt wel de prednisontabletten. Dit is een
paardenmiddel. Maar neemt hij ze niet dan is hij steeds moe en
lusteloos.
Ondanks alle ellende blijft hij een opgewekte man, die zelfs
nog hoopt hun 40 jarig huwelijk mee te mogen maken. Hij is
stapel op zijn vrouwtje. Waar hij nog meer van houd zijn
sjoelen, muziek en kussens knopen. De hoop en vrolijkheid die
hij heeft houdt hem echter op de been. Zou hij dat niet
hebben, geloof ik dat hij het niet zolang had volgehouden. Hij
heeft zich er min of meer bij neer gelegd en momenteel gaat
het erg goed met hem. Ik hoop voor hem maar ook voor haar dat
dit zo zal blijven. Als de pijn erger word, ziet hij er niet
tegen op om te sterven. Hij zit dan meer over zijn vrouw in
die alleen achter zal blijven. Daar hebben we hem inmiddels
over gerust kunnen stellen. Ik heb goed contact met de
huisartsen Dr v.d.Meer en Dr Boogaards.
Het is voor mij heel belangrijk dat ik op hun terug kan vallen
en zij bekend zijn met de situatie.
Nu over mevrouw van der Voorst, ze is net
als haar man ook 68 jaar.
Doordat ze zoveel heeft mee gemaakt met haar man is ze zelf
ook aan het sukkelen gegaan. Ze is zwaar overspannen geweest,
zit veel te huilen en zit dan in de put. Ze gaat niet meer de
straat op omdat ze bang is. We proberen haar hier mee te
helpen door aan de arm van mij iedere dag een klein stukje
meer te lopen dan de keer er voor. Later ging ze zelfs weer
mee een boodschapje doen. En nog wat later, doet ze zelf
alweer een boodschap in de buurt. Haar rug laat haar een
beetje in de steek waarvoor ze momenteel therapie krijgt. Ze
is gek op mooie kleding en ze breit voor haar kleindochter.
Als het mooi weer is gaan we naar de stad of naar Presikhaaf,
doen de boodschappen en drinken we een bakkie koffie en dan
weer op weg naar huis. Momenteel gaat het goed met haar, maar
het is zo wisselend. Ze heeft mij weleens gezegd dat ze hoopt,
dat haar man geen pijnlijke lijdensweg krijgt, dat zou ze niet
willen.
April 1980
Mijnheer is voor controle naar dokter van Gassel geweest. Hij
was zo verrast zijn gezondheidstoestand, dat hij samen met een
collega specialist wil overwegen om nog een operatie uit te
voeren. Dit word drie juni beslist, hij moet dan vier dagen
van tevoren bloed laten prikken. We hopen er met z'n allen
maar het beste van.
Mei 1980
Op Hemelvaartsdag is meneer van der Voorst opgenomen in het
ziekenhuis. Zijn toestand is heel snel achteruit gegaan in
deze periode. Hij heeft hevige pijnen in hals en arm ook de
rechterkant van zijn borst is ontzettend pijnlijk. De
medicijnen die hij nu krijgt drukken de pijn wel weg, maar hij
word er ontzettend suf van. Hij kan nu niet meer bestraald
worden. De knobbel die hij in zijn hals had zitten is van een
knikker tot de grote van een ei gegroeid.
Ze hebben bericht gehad van het Rode Kruis dat ze met de boot
tocht van vijf dagen mee mogen. Dat is van 30 juni tot 5 juli.
Of hij dit zal halen blijft af wachten, ik hoop het voor ze
want na wat die twee mensen hebben mee gemaakt, hebben ze dit
zeker verdiend. Het is ook iets waar ze beiden met groot
verlangen naar uit kijken.
Juni 1980
Mijnheer is weer ontslagen uit het ziekenhuis, ze hebben hem
toch nog bestraald terwijl dit eigenlijk niet meer mocht. De
grote knobbel is hier door weer geslonken. Hij moet nu wel
maandelijks terug komen in het ziekenhuis. Van of hij weer
thuis is heeft hij depressieve buien en is hij opstandig. Waar
hij eerst zo vol van was, van die boottocht, staat het hem nu
tegen en heeft hij er geen zin meer in. Waarschijnlijk werken
de nieuwe medicijnen hier ook aan mee. Toen hij thuis kwam uit
het ziekenhuis had hij 10 verschillende soorten medicijnen +
twee blaadjes vol met nieuwe pillen en drankjes. We zijn maar
meteen door gereden naar de apotheek, die heeft alle
medicijnen bekeken en op een na vernietigd. Er zaten kuren bij
die halverwege gestopt waren.
Juni 1980
30 juni gaat dhr. van der Voorst met de Henry Durant mee voor
een tochtje naar Vlaardingen. Deze tocht duurt vijf dagen.
Zijn vrouw gaat toch niet mee en blijft die week bij familie
in Haarlem. De week dat zij weg zijn kon ik bij een ander
invallen. We zijn nog wel op bezoek geweest bij de Stichting
Thuiszorg Midden Gelderland op de Klarendalseweg. Hij had een
rolstoel gekregen van de kruisvereniging en daar hebben we
meteen gebruik van gemaakt door daar koffie te gaan drinken.
Hij heeft meteen kennis gemaakt met iedereen. Ook met mevrouw
Hendriks de vrouw die met het vingertje wees dat je niets aan
mocht nemen (haha).
Juli 1980
Ik ga drie weken op vakantie naar zuid Engeland met de
caravan. Trekken langs de zuidkust en vanaf Lands End naar
boven naar Cornwal. En terug door de Midlands. We gaan met de
boot over vanaf Zeebrugge naar Dover.
Dhr. van der Voorst is in onze vakantie overleden op 20 juli
1980. Het gekke is dat ik zo'n voor gevoel heb gehad. Hij
rookte sigaren en ik wilde op de terugweg op de boot een doos
sigaren voor hem kopen, maar terwijl ik ze wou pakken was er
een stem die tegen mij zei: leg ze maar terug het is niet meer
nodig. Hij moet erg veel pijn hebben gehad. De laatste drie
dagen is hij stervende geweest en is zijn vrouw, zoon en zijn
schoondochter in het ziekenhuis gebleven om te waken. Hij kon
heel moeilijk afscheid nemen van haar.
Ik probeer haar nu tot steun te zijn door alsmaar te luisteren
naar verhalen van vroeger. Ik hoop van ganser harte dat ze dit
verlies wat voor haar het grootste is kan verwerken. De
boottocht heeft hij niet meer mee gemaakt. Zijn laatste reis
voor hem is die naar de hemel. En ik hoop dat hij de rust vind
die hij heeft verdiend.
Augustus 1980
Doordat mijnheer overleden is, werk ik nog maar twee keer per
week bij haar. Ze heeft zich redelijk staande gehouden na het
verlies van haar man. Ze kookt weer en wat ze goed kon, was
rundvlees bakken daar rook het hele huis naar. Haar rug speelt
haar nog wel parten daar krijgt ze weer therapie voor. Verder
gaat alles goed.
Maart 1981
Zoon Mark en zijn vrouw gaan in mei voor goed naar Spanje. Ze
vind dit niet zo fijn . Aan het eind van deze maand moet ik
ook weer weg bij haar, dit vind ze ook niet prettig.
Veranderingen daar zit ze niet op te wachten, ze blijft wel
twee maal per week hulp houden. We hebben ondanks alle ellende
ook nog plezier gehad. Aan de overkant van hun huis was een
steile helling van gras. In de winter als er sneeuw lag gingen
we met de slee van de berg af en dat ging zo hard dat je bijna
de voor deur in zou glijden. Dat was lachen. Ik hoop dat het
haar goed mag blijven gaan.