Hans Pikkemaat


Klarendal, ik heb er mijn mooiste onderwijsjaren gehad, het vak geleerd en mooie herinneringen aan de diverse groepen leerlingen. Bij mijn verdere loopbaan heb ik vaak geput uit de ervaringen die ik er tijdens de zes jaar die ik les heb gegeven aan de OLVschool, heb opgedaan. Een aantal herinneringen volgen hieronder.


Het eerste speelt zich af op de OLVrouweschool in de tijd vlak voor de zomervakantie 1957 of 58. De klassen zijn dan altijd wat rumoeriger en een collega van mij had moeite om de boel rustig te houden. Op een gegeven moment was bij hem de maat vol en plots schiet zijn hand wat al te krachtig uit richting lastige leerling. De meester verzuimd om even bij de ouders van de leerling langs te gaan om een en ander uit te leggen en dus gaat de moeder met zoonlief naar de politiepost om aangifte te doen. Er was daar in die tijd een nogal bekende agent. Helaas weet ik zijn naam niet meer. De moeder doet haar verhaal en de agent luistert toe. Als de moeder is uitverteld, vraagt de agent ook aan de jongen om te vertellen wat er precies was gebeurd. Nadat ook deze zijn verhaal heeft gedaan, vraagt de agent tot beider stomme verbazing aan de moeder: Heeft ie gebloed? Nee, zegt die, waarna de agent brult: "Dan eruit, de politie moet eerst bloed zien."

Het volgende verhaal betreft mijzelf en speelt zich af op de Ludgerusschool aan de Klarendalseweg. Ik zat daar met mijn 3e klas in dependance, omdat er op de eigen school aan de Agnietenstraat te weinig lokalen waren.Tegenover de Ludgerusschool bevond zich toen rond 1957 het Corsotheater, een klein en licht obscuur bioscoopje. tenminste naar de maatstaven van die tijd. Ieder week werd daar een nieuwe film vertoond en die werd terplekke aangekondigd met een groot beschilderd bord aan de voorgevel. Elke donderdagochtend verscheen er weer een nieuwe dame aan de gevel. In het begin vonden de klas en ik dat wel spannend, maar langzamerhand sloeg de gewenning toe. Totdat er op een gegeven ochtend kennelijk een wel zeer schaars aangeklede dame aan de gevel werd gehangen, want plots klonkt er een luide stem door de doodstille rekensommen makende klas: "Meester, kiek is, een mooie blote juffrow. Dat is wat veur U." Ik had toen nog geen verkering.

Vertellen doet vertellen, vandaar hier nog een verhaal.
Toen ik vanuit de OLVrouweschool met mijn derde klas naar de Ludgerusschool moest, had ik mijn vorige tweede klas meegenomen daar naar toe. Er waren dit keer geen zittenblijvers, dus gezellig met zijn allen naar de Klarendalseweg. Helaas liepen de schooltijden van de Ludgerus en de OLVrouweschool niet altijd samen en zo kon het gebeuren dat mijn klas en ik om 8.45 voor een gesloten hek stonden, omdat de Ludgerus die dag 's morgens geen school hadden. Daar stonden we dan en dat op maandagmorgen, want ik had wel de sleutel van de voordeur, maar niet van de poort. Wat praten en plannetjes bedenken. Over het hek klimmen was geen optie omdat dat hoog en puntig was en dus gevaarlijk. Opeens zegt een van mijn leerlingetjes: "Meester, ik krijg die poort wel open, maar dan moet ik even naar huis." Betreffende leerling was de oudste van de klas en was al twee maal blijven zitten, omdat hij vrij slecht las en schreef. Kennelijk vond hij het bij mij in de klas wel prettig, want hij had aan het hoofd gevraagd of hij bij mij mocht blijven. Enfin, tien minuten later is hij weer terug met combinatietang en een stuk stevig ijzerdraad, na wat buig en peuterwerk klik de poort open en kunnen we naar binnen. De handige leerling en ik liepen samen naar binnen en ik prees hem bijna de hemel in, toen hij plotseling zei: "De meester moet niet vragen wat mijn vader doet."